Winkeldief krijgt bordje om zijn nek

Stelen in het stadje Attalla in de Amerikaanse staat Alabama wordt hard aangepakt: de plaatselijke rechtbank bepaalde onlangs dat twee dieven die hun slag hadden geslagen bij een grote winkelketen ieder twee zaterdagen vier uur lang bij de ingang van de winkel moesten staan met een bord met daarop de tekst: "Ik ben een dief, ik heb bij Wal-Mart gestolen." Oude tijden herleven. Vroeger hadden we de schandpaal waar iemand te kijk kon worden gezet, meestal op de markt, maar in elk geval op een plaats die in het oog sprong. Met handen en hoofd in het blok stond je daar dan weerloos te zijn tegen alles wat er naar je hoofd (meestal letterlijk) werd geslingerd. Volgens de rechter zal het een afschrikwekkende werking hebben, maar de bevolking van het stadje vindt het wreed. Het is ook wreed om openlijk te moeten tonen wat je fout hebt gedaan. Het komt in elk geval niet overeen met de manier waarop God met onze zonden omgaat. In plaats van ons te schande te maken, nam Hij zelf die schande op zich aan het kruis. Niet alleen hoofd en handen, maar Zijn hele lichaam hing te kijk en werd bespot. En wij hebben vrijspraak gekregen en er is geen strafblad. God spreekt ons niet alleen vrij, maar heeft ons verleden volkomen uitgewist. We zijn van alle blaam gezuiverd. En alsof dat nog niet genoeg is, heeft Hij ons toegelaten als zonen en dochters in Zijn eigen woning. Wat een genade en wat een liefde en wat een verschil met hoe de wereld met schuld omgaat.