dinsdag 13 maart 2007

'Mierendilemma' voor geweldloze monniken

Boeddhistische monniken breken zich het hoofd over hoe ze een Maleisische tempel kunnen vrijmaken van een mierenplaag zonder de insecten te doden. Hun levensbeschouwelijke overtuiging verbiedt enig geweld tegen mensen of dieren. De Hong Hock See tempel in de noordelijke staat Penang wordt nu al een jaar geplaagd door stekende rode mieren, aldus een woordvoerder van de tempel. Vorige maand werd een bezoeker nog zo hard gebeten dat hij naar het ziekenhuis werd overgebracht. Er is al geprobeerd met een stofzuiger de beestjes op te zuigen en in het bos weer vrij te laten, maar dat bleek ook niet afdoende te werken. De tempel wordt bewoond door ongeveer 10 monniken en zij weten niets beters te doen dan waarschuwingsborden te plaatsen. Als ik zoiets lees denk ik, hoe is het mogelijk dat volwassen mensen niet optreden tegen bijtende en stekende insecten? Heeft het leven van een mens dan dezelfde waarde als het leven van een mier? Als dat zo is, mag van mieren dezelfde houding worden verwacht naar de mens, dus niet bijten en steken, maar respect tonen. Doen ze dat niet, dan verdienen ze zinvol geweld. De overheid draagt het zwaard nog steeds niet tevergeefs. Soms moet je met geweld optreden om je beschaving te beschermen. Dat geldt zeker ook voor het buiten de deur houden van mieren. Op hun eigen terrein mogen ze hun gang gaan, maar in mijn huis, of in dit geval in mijn tempel, hebben ze weg te blijven. Ik heb zelf ook last van mieren. Ze hebben zich massaal voor mijn drempel ingegraven. Elk voorjaar sturen ze wat verkenners naar buiten om te zien of de deur al eens open blijft staan en ze de drempel kunnen passeren. Ik heb daar sinds vorig jaar een adequaat middel tegen, koperen munten. Daar schijnen ze slecht tegen te kunnen. Voor mijn drempel liggen er nu een stuk of zes, een bij elke mierenuitgang. Ik heb ze vorig jaar nauwelijks buiten gezien. Dat verontrust me wel, want nu heb ik er geen zicht meer op. Straks forceren ze een nieuwe opening op een plek die ik niet waarschijnlijk heb geacht. Mieren zijn volhouders, al weten ze zelf niet waarom. Mijn advies aan de monniken is: Herzie je standpunt en roei die beesten uit, ze nemen je te grazen als je ze de ruimte geeft. Die waarschuwingsborden helpen niet, want mieren kunnen toch niet lezen en als er enkele zijn die dat wel kunnen, trekken ze zich van een waarschuwing niets aan. Dat toont hun ware aard, het zijn monsters zonder waarde, er altijd op uit om te irriteren en te treiteren. Als je denkt dat je er een te pakken hebt, zie je meteen drie anderen. Volgens mij zijn ze bezig de wereld te veroveren. Ze maken deel uit van een geheime, criminele organisatie en schuwen geen geweld. Wat dat betreft lijken mieren net demonen. Ze zoeken naar ingangen en beginnen dan je leven te verwoesten. Houd ze buiten de deur. Misschien is dat wel de les die we van mieren kunnen leren? Laten we met dezelfde ijver het kwaad buiten de deur houden en er geen enkel respect voor tonen.

Geen opmerkingen: